Langzaam trekken de ochtendnevels op. De slechte adem van gisteren trekt dampig uit de grond. Een klein zwart keffertje kijkt verbaasd naar de lucht.Onverschilligheid is misdaad.
Ochtendnevel
vrij 14 januari 2005
Langzaam trekken de ochtendnevels op. De slechte adem van gisteren trekt dampig uit de grond. Een klein zwart keffertje kijkt verbaasd naar de lucht. Door de plotse vrieskou dampt zijn plasje langs een boomstam omhoog. De poetsvrouw van de overburen wast langzaam maar vastbesloten de garagepoort. Alles is kalm en de koude grond lijkt stilte uit te ademen. Op zo’n dagen word ik wel eens door een diepe kalmte vervuld.
Heb je dat ook wel eens dat gevoel, dat alles stil is en die stilte resoneert tot diep in je ziel. Je kijkt door het raam en je voelt hoe je als het ware één bent met alles daarbuiten. In jezelf zweef je naar buiten en komt langs straten en pleinen waar mensen lachen en handen verbaasd de lucht in kijken. Publiciteitsborden lijken plots minder irritant en zenden boodschappen uit van vreugde en
allesomvattende liefde.
En plots hoor je het bliepje van je elektronische agenda en je beseft dat er helemaal geen tijd is voor vreugde en allesomvattende liefde. Je moet dit weekend nog naar drie benefietconcerten, twee kunstverkopen en een inzamelingsactie ten voordele van
tsunami 1212. En bovendien word je gekweld door een allesomvattende honger, maar eigenlijk heb je geen tijd om te eten want je moet nog veertig centimeter dossiers doornemen, dertig mails beantwoorden en snel nog een php-codeprobleem oplossen voor je site. En plots word je een beetje zwaarmoedig. De vloedgolven van weemoed komen huizenhoog op je af en trekken je onder in massa’s melancholie. Met een smak word je kilometers verder gedropt, tussen brokstukken van je vroegere vreugde. Her en der vind je een herinnering, een gebroken liefde of een vrolijke gedachte verloren in de modder. Niets is nog als het was. Triestigheid barst uit als een cholera en besmeurt al het verse drinkwater van je gedachten.
Wat me doet denken aan mijn oude vriend Friedrich Nietzsche die ooit bij een pint tegen me zei: het leven is een bron van vreugde, maar waar het gepeupel meedrinkt zijn de bronnen vergiftigd. Er is te veel
gepeupel op de wereld denk ik dan. Daar moest wat aan gedaan worden. Een korte zoektocht op Google naar "heropvoeding gepeupel" leidt me enkel naar het
defensieforum dat me vertelt dat "
de enige manier om uit onze huidige sociale, economische en culturele ellende te komen is om een één of andere vorm van een rationeel geplande socialistische samenleving te verzinnen, waarin politiek, kapitaal, wetenschap en technologie ter beschikking wordt gesteld van de mensheid en niet ten bate van privé-winsten". Los van de vraag of we in een tijd van culturele ellende leven denk ik dat een dergelijke oplossing eerder het gepeupel welig zal doen opbloeien dan het om te vormen tot een nieuwe gezellige klasse. Niet voor niets zijn nogal wat socialistische en communistische staten van dat gedachtengoed afgestapt omdat ze gewoon door het gepeupel van binnenuit opgeteerd werden. Vreemd om dat idee nog zo onverkort aan te treffen. Het verwondert me bijna evenveel als een aantal zelfverklaarde anarchisten uit de streek die elke maand de staat vervloeken omdat die hun naar hun idee niet genoeg werkloosheidsuitkering betaalt.
Waar is de tijd dat ik in Kortrijk aangesproken werd door de roep tot "Heropvoeding van de Massa, NU!", door de eveneens zelfverklaarde
commandant van de Ondergronse Revolutionaire Strijdkrachten ter Bevordering van Artistieke Esbattementen. Het had wel iets, dat ondergrondse werken aan mentaliteitsveranderingen van de menigte. Geheimzinnige projecten als "
Kras Kras, Plas, Plas" of "ecocynisme" op de grote markt tot samenkomsten in hedendaagse "Salons" met onderwerpen als de "de Ideale Bibliotheek" of het "onanistisch manifest".
Er moesten meer mensen en groepen zijn die kritisch, vrolijk of zelfs naïef nadenken over het leven en de maatschappij.
Onverschilligheid is midaad was het fijne motto van de
kraskrasplasplassers. Toch geloof ik niet dat je geluk kan opleggen aan de mensen. Net zomin als je democratie dictatoriaal moet gaan invoeren. Daarom wellicht houd ik ook niet zo van Karl Marx die Hegel op zijn kop wilde zetten. Als de mensen zelf niet weten wat ze willen, dan moet je het hen meestal niet gaan vertellen.
Maar hoe word je gelukkig zonder betrokkenheid? Niet eens zozeer door dingen die je hebt of door lidmaatschap van diverse verenigingen en bewegingen, maar een betrokkenheid met het leven op zich en voelen dat je daar een deel van uitmaakt. Waardoor je beter de dingen kan loslaten die je vastnagelen aan wat je denkt te zijn of te moeten zijn en plaats te maken voor stilte.
De nevels zijn opgetrokken en hebben plaats gemaakt voor een grillige wolkenhemel. Een klein hondje loopt door het parkje, op de bank zit een jongen wat te roken. De poetsvrouw is nog steeds bezig met de auto van de overburen. Uit een auto aan de verkeerslichten klinkt zwaar geboenk van subwoofers in de koffer.
De ochtend eindigt zoals hij begonnen was: ik voel me rustig en gelukkig en kijk door het raam de wereld in.
-- --