Webzucht Columns Server


Slapstick Airlines ( do 6 jan)


"Welkom aan boord van vlucht BG11 met bestemming New York. De volledige crew en alle medepassagiers zullen hun uiterste best doen om uw vlucht zo hilarisch mogelijk te laten verlopen. Gelieve uw veiligheidsgordel aan te houden tot u klaar bent met lachen".
Dat moet zo ongeveer de welkomstboodschap geweest zijn van de Bangladese piloot op die bewuste avond boven Zaventem. Gezien ik het Bangla niet machtig ben veronderstel ik dat toch, omdat vanaf dat moment een luchtvaartslapstick begon die menig cabarettier op slag van een avondvullend programma voorzien zou hebben.

De hoofdrolspelers in deze dolle komedie: 4 in sarongs uitgedoste hostesjes met gruizige glimlach, een flight attendant die er uit zag alsof hij elke avond plichtsbewust zijn tanden met uitwerpselen poetste, een onverstaanbare stem uit ruisende en krakende boxen en tot slot een horde uitgelaten okerkleurige mannetjes en vrouwtjes van gemiddeld een meter vijftig.

De proloog van dit stuk in teveel delen begon al in de luchthaven van Zaventem. Nog geen 3 minuten binnen in de centrale hall worden mijn hielen onzacht aangereden door een bagagewagentje. Op het wagentje een opeenstapeling van zakken, koffers, tassen en een enorme kartonnen doos die met tenminste 300 meter touw en 800 knopen met een ingenieus vlechtwerk was dichtgeknoopt. Deze rijdende koehandel is net iets hoger dan anderhalve meter. Het mannetje achter de kar geeft toch niet de indruk mij gezien te hebben. Met een norse ruk trekt hij de kar achteruit en eer ik iets kan zeggen stoot hij de kar met volle kracht in mijn scheenbeen. Als de kar weer met een korte ruk naar achter beweegt besluit ik wijselijk aan de kant te springen en deze myopische verhuizer alleen te laten.

Raad mijn kort maar hevig moment van aarzeling als ik aan de incheckbalie een troep van meer dan vijftig zulke karretjes zie. Huisraad in opengescheurde vuilniszakken, samengebonden tassen en dozen, valiezen die eerst in cellofaan zijn verpakt en dan dicht geweven met koorden… Het lijkt alsof iemand in Bangladesh ze heeft wijsgemaakt dat je in Europa maximaal 15 keer je eigen lichaamsgewicht mag meenemen als bagage. De rest moet dan maar in de handbagage.

Inschepen duurt 5 maal langer dan bij eender welke Westerse maatschappij. De gangen liggen bezaaid met ontelbare stukken handbagage, variërend van plastic zakken en koffertjes tot kartonnen dozen. Terwijl enkele voorbeeldburgers hun genummerde plaatsen opzoeken gooit de meerderheid zich, ongehinderd door enige vorm van geletterdheid, gewoon neer waar ze het gedacht hebben. De veelkleurige sarongs vliegen over en weer om de gemoederen te sussen.
Voorzichtig stappend over dozen en voorlopig in de gang geparkeerde schreiende baby's zoek ik onze plaatsen. Als bij wonder zijn ze niet bezet. Ik ontdek al snel waarom: de leuning van mijn stoel is stuk zodat ik de hele tijd zonder steun rechtop moet zitten. Een grimlachende sarongdame vertelt me dat ze daar eventueel een oplossing voor zullen zoeken als iedereen zit en er eventueel nog een andere plaats over zou zijn. Intussen gaan de Bangladeesjes naarstig verder. Boeing lijkt met hen geen rekening te hebben gehouden. De vliegtuigen zijn niet aangepast aan 10 stuks handbagage de man. Geen nood, niet veel later ontspint zich voor mijn ogen een heroïsche tafereel. Drie mannetjes staan op de stoelen terwijl een vierde een eindeloze reeks zakken en dozen aangeeft die in het bagagevak gepropt worden. Daarna staan ze met vieren op de zitting van de stoelen en proberen met alle macht de klep te sluiten. Na enig machtsvertoon en hilariteit lukt dit huzarenstukje. Tevreden gezichten. Dat de klep midden in de vlucht weer zal openbarsten om een stroom van dozen, textiel en gedroogde buffelpoten over hen uit te spuwen kan nu hun voldoening niet verpesten.

Met de zegen van Allah stijgen we uiteindelijk op. Ik zit nog steeds krampachtig te balanceren op mijn kapotte stoel, langzaamaan braakneigingen krijgend van het ziekelijk lelijke bloemenbehang aan de wanden. Nog maar net boven de wolken komen de hostesses aanzetten met het middagmaal. Dat ik om kwart voor elf 's morgens op een kapotte stoel tussen vunzig bloemenbehang niet zoveel zin heb in erwtenbrij met kip die achtereenvolgens gekookt, gestoomd, gebakken en gestoofd lijkt te zijn in een zoetige pap gelatine kan de pret niet bederven. Ik krijg van Leen een extra dessert dat het midden houdt tussen een bavarois en gesmolten karton. Als dit de Kerstmisspecial is, dan vraag ik me af wat je op een gewone weekdag voor je neus krijgt.

Na dit festijn komt één van de vrouwtjes langs met drank. Naast koffie en thee is er ook cola. Blikjes cola zijn blijkbaar een zeer zeldzaam product in Bangladesh. Als het hostesje links een bord opruimt, grijpen rechts 3 vingervlugge handen naar de blikken. Als ze even later rechts kijkt komt van links een verwoede aanval achter de rug. Sleuren aan de blikjes om ze uit de sixpack te krijgen. Bliksemsnel terug als de hostess zich omdraait. Als het lieve dametje een beoordelingsfout maakt en even iets haalt achterin, is het helemaal feest. Het karretje wordt voor mijn ogen geplunderd. Ik voel me plots op een uit de hand lopende voedselbedeling in Eritrea.

Tijd voor actie. Of toch een Bangla-versie van een Bollywood special. Op een inderhaast neergelaten vergeeld scherm wordt een kanjer van een film gedraaid. Een jongen en een meisje hebben een verboden liefde. Zij is wellicht van een lagere kaste of hij heeft per toeval een heilig schaap onteerd. In ieder geval heeft het meisje wel wat van een geilig schaap. Met een lome loopse blik kijkt ze de kijker aan en barst dan plots uit in een blatend gezang. De schrille nasale stem in de knarsende boxen doet pijn aan mijn hoofd. Overgesatureerde jaren '70 FujiChrome kleuren spoelen in dikke golven over het scherm. De film gaar nergens naartoe. Telkens er actie dreigt te komen volgt er een onverklaarbare invasie van scheelkijkende musicalzangeresjes in spuuggroene grasvelden of volgt er een traagzame tempeldans. Dit moet zowat het ergste zijn wat een mens te zien kan krijgen. (Een mening die ik op de terugreis zal moeten herzien, na het kijken naar een opname van een Pakistaanse amusementsshow. Denk hierbij aan een vuilbruine achtergrond met spiegelspots en twee mannen met een gruizige pornosnor die moppen vertellen (het publiek lacht toch af en toe), lelijke mensen uit het publiek die wild fronsend hun triest levensverhaal vertellen en een kleine dikke presentator in een scheefzittend wit pak die voornamelijk zichzelf graag hoort praten. Dit alles gelardeerd met ellenlange muzikale intermezzi waarin een oud gerimpeld wijfje vieze nummertjes neuriet die het publiek dan moet raden en vals voorzingen voor de rest van de aanwezigen. Van de hier vertoonde dosis overacting kunnen de Thuis-acteurs nog wat opsteken. Drie uur aan een stuk, enkel onderbroken door flikkerende reclamespots voor wasmachines en gedroogde buffelpoten.)

De tijd wegslapen wil niet lukken gezien ik met mijn meter negentig niet echt pas in vliegtuigstoelen. Daarenboven ramt mijn voorbuur af en toe onverhoeds zijn stoel in achteruit zodat ik constant op mijn hoede moet zijn om mijn knieschijven heel te houden. Eén of andere bizarre vorm van agressieve amnesie zorgt ervoor dat hij mijn vriendelijke vraag om dat niet meer te doen elk kwartier weer vergeet. Vermorzel de christenhonden denkt hij wellicht, maar als hij het nog een keer doet riskeert hij een open schedelbreuk. Lobotomie zonder plaatselijke verdoving. Vluchten als deze maken mij bijzonder gewelddadig. Het muffe kader, een constant plaatsgebrek, een egoïstische bende schetterende Bangladezen rond mijn hoofd, muffe bloemen op het behang, een kipgerecht dat ruikt naar bedorven chocola en een actiemusical met krijsende tempelslavinnen worden iets te veel voor mij. Mijn reisgidsjes brengen me geen soelaas. Vluchten helpt niet meer. De piloot blijkt het ook nodig te vinden constant gas te geven en af te remmen en over en weer te wikkelen met de vleugels. Heilige Fatima sta me bij. De onbestemde weeïge geuren van Bangladesh kruipen diep in mijn neus. Mijn hand begint te beven en visioenen van bloederige gevechten onder een zinderende zon stromen door mijn hoofd. Net als ik dreig door te slaan voel ik het vliegtuig dalen. Nog even doorbijten. Eens geland besluit in niet te wachten tot de hele zoo hier is uitgeladen en vertrokken, maar storm met mijn rugzakje naar buiten, de frisse lucht van de nieuwe wereld tegemoet.

Updatede dato half februari; klein fragment uit een mail van Jan Leenknegt, frequent flyer bij Biman:
Jeroen, ik las onrechtstreeks dat je werkt aan een stukje over je wedervaren met biman. Ik kan er gerust mijn hoofdstukken aan toevoegen. Wat dacht je van een nacht onder begeleiding van het Bengaalse leger in Dacca, of van een compleet onverwachte verrassingstussenlanding in Dubai? Gelukkig waren we niet gehaast en die verrassingen zelfs welkom. Ook Tomoko kreeg haar deel: in New York keerde haar vliegtuig van de opstijgbaan terug met 'minor technical problems'. bovendien is haar fiets nog altijd spoorloos. ze kocht in Chumphon, Thailand, een nieuwe...

(Vlieg zelf met Biman Airlines)





Home


(Kopierecht behoort Jeroen Thibaut -- 2002)